De wetten van de pas in Zuid-Afrika werden ontworpen voor rassen scheiding en beperkt streng de beweeg ruimte van niet blanke burgers. Deze wetgeving was één van de dominante eigenschappen van het land dat zich jaren lang heeft geleefd in een apartheid systeem. Geïntroduceerd in Zuid-Afrika in 1923, werden zij ontworpen om beweging van zwarte Afrikanen op stedelijke gebieden te regelen. Buiten aangewezen ‘geboortelanden’(grondgebied dat voor zwarte inwoners terzijde wordt gelegd), moesten zwarte Zuid-Afrikanen bankboekjes (dom PAS“, betekenend stomme pas) bij zich dragen op elk moment, zodat ze gecontroleerd konden worden wanner ze zich in Wit Zuid-Afrika waren te leven of te bewegen. Wetten van de pas gaven ook op dat zwarte Afrikanen geen hoger bedrijfsstandpunt binnen een bedrijf konden innemen dan de laagste witte werknemer.
In het kader van de termijnen van de wet, kon om het even welke regeringswerknemer dergelijke ingangen uit slaan, fundamenteel annulerend de toestemming om in het gebied te blijven.
Een pasboek zonder een geldige ingang stond toen ambtenaren toe om de drager van de pas te arresteren en gevangen te nemen.
De wetten beïnvloedden ook andere niet blanke rassen. De Indische mensen, bijvoorbeeld, werden versperd van de Oranje Vrije Staat.
Deze discriminerende verordeningen vonkten verontwaardiging van de zwarte bevolking en ANC begon met De Campagne van de uitdagendheid om zich de paswetten te verzetten.
Dit zou het bloedbad van Sharpeville worden, waarbij 69 ongewapende zwarte protesterende (onder wie vrouwen en kinderen) werden doodgeschoten en meer dan 180 gewond raakten.
Het systeem van paswetten werd herroepen in Zuid-Afrika in 1986.Ingrid
Jonkers heeft dit moment prachtig literair vast gelegd met haar gedicht;
In het kader van de termijnen van de wet, kon om het even welke regeringswerknemer dergelijke ingangen uit slaan, fundamenteel annulerend de toestemming om in het gebied te blijven.
Een pasboek zonder een geldige ingang stond toen ambtenaren toe om de drager van de pas te arresteren en gevangen te nemen.
De wetten beïnvloedden ook andere niet blanke rassen. De Indische mensen, bijvoorbeeld, werden versperd van de Oranje Vrije Staat.
Deze discriminerende verordeningen vonkten verontwaardiging van de zwarte bevolking en ANC begon met De Campagne van de uitdagendheid om zich de paswetten te verzetten.
Dit zou het bloedbad van Sharpeville worden, waarbij 69 ongewapende zwarte protesterende (onder wie vrouwen en kinderen) werden doodgeschoten en meer dan 180 gewond raakten.
Het systeem van paswetten werd herroepen in Zuid-Afrika in 1986.Ingrid
Jonkers heeft dit moment prachtig literair vast gelegd met haar gedicht;
| The child who was shot dead by soldiers in Nyanga The child is not dead the child raises his fists against his mother who screams Africa screams the smell of freedom and heather in the locations of the heart under siege The child raises his fists against his father in the march of the generations who scream Africa scream the smell of justice and blood in the streets of his armed pride The child is not dead neither at Langa nor at Nyanga nor at Orlando nor at Sharpeville nor at the police station in Philippiwhere he lies with a bullet in his head | The child is the shadow of the soldiers on guard with guns saracens and batons the child is present at all meetings and legislations the child peeps through the windows of houses and into the hearts of mothers the child who just wanted to play in the sun at Nyanga is everywhere the child who became a man treks through all of Africa the child who became a giant travels through the whole world Without a pass |
Het belang van het werk van Ingrid Jonker voor de Zuid-Afrikaanse cultuur wordt pas erkend nadat Nelson Mandela haar gedicht ‘Die Kind’ voordraagt bij zijn eerste rede voor het Zuid-Afrikaanse Parlement in 1994.